Arbeidsmigratie
Als uw bedrijf een werknemer van buiten de Europese Unie in dienst wil nemen, gelden daarvoor strenge eisen. Vaak moet de werkgever over een tewerkstellingsvergunning voor de werknemer beschikken. Uitzonderingen hierop gelden onder andere voor verblijf als kennismigrant, op basis van een EU Blue Card, bij overplaatsing in concernverband en voor zelfstandigen.
Tewerkstellingsvergunning
Tewerkstellings-
vergunning
De werkgever vraagt voor de werknemer bij de IND een gecombineerde vergunning voor verblijf en arbeid (GVVA) aan. De IND legt de aanvraag voor aan het UWV, dat beslist over de tewerkstellingsvergunning (twv). Een twv wordt verleend als de werkgever kan aantonen dat hij voor de vacature geen personeel kan vinden dat al gerechtigd is om in Nederland te werken: een Nederlander, EU-burger of houder van een Nederlandse verblijfsvergunning met de aantekening ‘arbeid vrij’. Als de twv wordt verleend, wordt in het algemeen ook de verblijfsvergunning afgegeven.
EU Blue Card
Voor een aanvraag voor een EU Blue Card hoeft de werkgever niet erkend te zijn als referent (voor erkende referenten gaat de procedure wel een stuk sneller). Anders dan voor kennismigranten zijn er voor deze verblijfsvergunning geen gedifferentieerde salariseisen, het bruto maandsalaris dient minimaal € 5.403 bruto per maand te bedragen (exclusief vakantiegeld).
Verder geldt de voorwaarde dat de werknemer met succes een opleiding hoger onderwijs met een duur van minimaal 3 jaar heeft afgerond.
Een EU Blue Card geeft beperkte circulatierechten binnen de EU.
Intra-company transfer
Bedrijven van buiten de Europese Unie kunnen leidinggevenden, specialisten en trainees overplaatsen naar een vestiging in Nederland. Voor deze werknemer kan op grond van de EU Intra Corporate Transferee richtlijn (ICT-richtlijn) een gecombineerde vergunning voor verblijf en arbeid worden verkregen, met een maximale duur van 3 jaar. Voorwaarde is dat het oorspronkelijke dienstverband in stand blijft, er mag geen arbeidsovereenkomst met de Nederlandse vestiging worden gesloten. Voorafgaand aan de overkomst van de werknemer, moet deze al minimaal drie maanden in dienst zijn bij de uitzendende vestiging. De salarisnorm is hetzelfde als bij de kennismigrantenregeling: € 4.612,- bruto per maand (exclusief 8% vakantietoeslag), € 3.381,- indien de werknemer jonger is dan 30 jaar. Daarnaast gelden er opleidingseisen. Leidinggevenden en specialisten moeten minimaal een Bachelor diploma hebben of 5 jaar relevante beroepservaring, trainees minimaal een Master diploma.
Neem contact op met een ervaren specialist
Wilt u een buitenlandse werknemer aannemen of uw bedrijf laten erkennen als referent? Wilt u zich in Nederland vestigen om hier uw bedrijf uit te oefenen. Neem dan contact op met Rutger Heringa.
Kennismigranten
Werkgevers die door de IND zijn erkend als referent, kunnen een verblijfsvergunning aanvragen voor een kennismigrant. Belangrijkste eis voor deze verblijfsvergunning is dat het salaris voldoende hoog is. Er gelden gedifferentieerde salariseisen:
- kennismigrant van 30 jaar of ouder: € 4.612 bruto per maand
- kennismigrant jonger dan 30 jaar: € 3.380 bruto per maand
- verlaagde salariseis voor onder andere in Nederland afgestudeerden, die binnen een jaar na afstuderen een baan vinden: € 2.423 bruto per maand
Deze bedragen zijn exclusief vakantiegeld.
Daarnaast moet het salaris marktconform zijn. Dat betekent dat het geboden salaris moet passen bij zowel de betreffende werknemer als bij de functie.
De werkgever van een Turkse kennismigrant hoeft niet te zijn erkend als referent.
Erkenning als referent werkgever
Erkenning als referent is verplicht voor werkgevers van kennismigranten. Ook als erkenning niet verplicht is om een werknemer van buiten de Europese Unie in dienst te nemen, kan erkenning voordelig zijn, omdat in het algemeen de procedure een stuk sneller is. Aan erkenning zijn kosten verbonden. Deze bedragen € 4017. Voor onder andere start ups en ondernemingen met minder dan 50 werknemers zijn de kosten € 2008.
Verder geldt voor erkenning de voorwaarde dat de continuïteit en solvabiliteit van de onderneming moeten zijn gewaarborgd. Naarmate de onderneming korter bestaat, wordt hier strenger op getoetst.
Zelfstandigen en start-ups
De buitenlandse zelfstandig ondernemer kan in Nederland voor zijn activiteiten een verblijfsvergunning krijgen, als deze activiteiten een wezenlijk belang voor de Nederlandse economie hebben. De IND vraagt hierover advies aan de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO), die dit beoordeelt aan de hand van een puntensysteem. Hierbij worden punten gegeven voor de persoonlijke ervaring, het ondernemingsplan en de toegevoegde waarde voor Nederland.
Voor start-ups gelden soepeler regels. Startende ondernemers kunnen een jaar de tijd krijgen om in Nederland een innovatieve onderneming te beginnen. Een voorwaarde is dat ze hierbij begeleid worden door een betrouwbare Nederlandse begeleider (facilitator). Na dit jaar kunnen de start-ups in aanmerking komen voor een gewone verblijfsvergunning als zelfstandige.
Voor Amerikaanse, Japanse en Turkse ondernemers gelden op basis van het Nederlands-Amerikaans Vriendschapsverdrag, het Japans Handelsverdrag en de Associatieovereenkomst tussen de EU en Turkije, soepelere regels: zij hoeven niet aan te tonen dat hun activiteiten een wezenlijk belang voor de Nederlandse economie hebben.
Neem contact op met een ervaren specialist
Wilt u een buitenlandse werknemer aannemen of uw bedrijf laten erkennen als referent? Wilt u zich in Nederland vestigen om hier uw bedrijf uit te oefenen. Neem dan contact op met Rutger Heringa.